Roos

Tegenwoordig worden rozen worden vooral om hun uiterlijk en geur gekweekt en heeft de plant niet veel geneeskrachtige eigenschappen meer. Konijnen vinden rozenblaadjes, bloemknopjes en rozenbottels echter wel lekker, en de plant bevat wel vitamines die de weerstand verhogen.

Met name de klassieke rozensoorten, zoals bijvoorbeeld de Gallica Officinalis (apothekersroos),  worden nog gebruikt in de kruidengeneeskunde, vaak in gedroogde vorm.

Thee van rozenblaadjes en bloemknopjes kan helpen bij urinewegonstekingen. Ook de vitamine C en antioxidanten uit de rozenbottels hebben een positief effect op de urinewegen en op het immuunsysteem.

Rozenbottels, en dan met name de pitjes die er in zitten, hebben een positief effect op de gewrichten.

Rozenblaadjes hebben een verzachtende werking op de huid, de gekneusde blaadjes kun je over geirriteerde plekken huid en lichte brandwonden wrijven voor verzachting.

Geef geen rozen die je in een bloemenzaak gekocht hebt aan konijnen. Deze sierrozen zijn bijna altijd bespoten zodat ze langer mooi blijven. Daardoor kan het wel schadelijk zijn om deze aan konijnen te voeren! Heb je zelf in de tuin onbespoten rozen staan, ook al zijn dat misschien geen klassieke rozensoorten, dan kun je die wel aan de konijnen voeren. De bloemknoppen, bladeren, rozenbottels en ook de stelen (met doorns) kun je aan de konijnen voeren.